Diary of a blonde girl in China - Reisverslag uit Tianjin, China van maartjedevries - WaarBenJij.nu Diary of a blonde girl in China - Reisverslag uit Tianjin, China van maartjedevries - WaarBenJij.nu

Diary of a blonde girl in China

Blijf op de hoogte en volg

13 Januari 2016 | China, Tianjin

Op 5 januari vloog ik vanuit Hong Kong in drie uurtjes tijd naar Tianjin. Ik had een goedkope vlucht en het vliegtuig was dan dus ook klein, oud en viezig. Alle instructies en dergelijke werden alleen in het Chinees omgeroepen. Zodra ze mij dan (soms) weer zagen zitten, sprongen ze snel over naar het Engels. Of nou ja: een soort van Engels. Het was erg moeilijk om er iets van te maken. Op een gegeven moment zei de stewardess iets van: “…by law… …close your eyes and mouth…” (de rest verstond ik niet) en ik had geen idee wat ze precies bedoelde. Ik keek om me heen en niemand deed iets. Toen kwam er ineens een mannetje door de cabin gelopen met een of andere antibacteriële spray. Had ik nou toch maar mijn ogen dichtgedaan, want het prikte behoorlijk.

Hannah had die dag nog een tentamen, dus ik moest zelf mijn weg zien te vinden naar mijn hostel. Een taxi was wel het gemakkelijkst, omdat ik ook een zware backpack bij me had. Voor een taxi heb je natuurlijk cash nodig, dus ik ging op het vliegveld opzoek naar een geldautomaat. Ik heb het wel aan vijf mensen gevraagd, maar niemand snapte wat ik bedoelde. Uiteindelijk heb ik het gevraagd bij zo’n money exchange kiosk, en die vrouw wees me de weg naar een geldautomaat. Ik stopte mijn pasje erin en er gebeurde helemaal niets. Er stond wel iets in het Chinees op het scherm, maar dat snapte ik natuurlijk niet. Fijn, heeft dat ding nou mijn pasje ingeslikt? Na vijf minuten verscheen er toch nog een Engelse tekst op het scherm en kon ik gewoon geld opnemen. De volgende stap was opzoek gaan naar een taxi. Weer een aantal werknemers van het vliegveld gevraagd, en zelfs mijn fantasie de vrije loop gelaten en vanalles uitgebeeld. Van broembroem-geluiden tot aan stuur-bewegingen. Zo kwam ik bij een taxi terecht. Ik liet het adres van het hostel aan de taxichauffeur zien, en hij had geen flauw idee wat er stond. Gelukkig had ik het adres ook in het Chinees op mijn telefoon gezet. Dat adres leek hij gelukkig wel te kennen. Hij antwoordde wat in het Chinees en begon te rijden. Als dat maar goed gaat…

Het verkeer in China is ontzettend chaotisch. Iedereen doet maar wat, niemand houdt zich aan de regels en er is vooral een heleboel getoeter om niets. Na een klein uurtje rijden zette de taxichauffeur de auto aan de kant. Hij gebaarde naar het bedrag wat ik moest betalen en hij gebaarde richting een aantal hoge gebouwen. Blijkbaar zat het hostel hier dus ergens. Ik liet het Chinese adres weer zien aan een parkeermannetje, en hij wees ook richting hetzelfde hoge gebouw. Daar ging ik dus maar naar binnen. Ik zag verder nergens de naam van het hostel staan en ook geen huisnummers, dus ik ging het maar vragen aan de receptie van dit gebouw. Het enige wat ik te horen kreeg was “wait here”. Ik maar wachten en wachten en wachten zonder verdere uitleg. Na een half uur kwam er eindelijk iemand naar me toe en die nam me mee naar de 19de verdieping waar het hostel zich blijkbaar bevond.

’s Avonds was het dan eindelijk tijd om Hannah weer te zien! Echt gek om hier nu ineens samen in China te zijn, maar zó fijn! De eerste avond zijn we uiteten geweest met Don en een aantal Nederlandse klasgenootjes van Hannah. Het was wel weer even wennen om me in een groep Nederlanders te bevinden, inclusief alle Nederlandse droge humor en lompe uitspraken, maar het was erg gezellig.

De volgende ochtend had Hannah haar laatste tentamen. Ik ben die ochtend boodschappen gaan doen. De supermarkt zat aan de overkant van de straat ten opzichte van mijn hostel, maar toch duurde het tien minuten om het te bereiken. Oversteken is een gevaar voor eigen leven. Ik hoorde ook al de stem van mijn rijinstructeur in mijn hoofd: “Als je een zebrapad nadert, begin dan optijd met remmen zodat de overstekende persoon weet dat je hem gezien hebt”. Nou, daar doen ze hier dus echt niet aan. Het lijkt wel of ze überhaupt geen verkeersregels hebben geleerd. Boodschappen doen was ook een hele belevenis. Iedereen staarde me aan en ik werd al een paar keer op de foto gezet. Iedereen keek ook echt ongegeneerd wat ik allemaal in mijn mandje had zitten. Het kassameisje vroeg me nog vanalles in het Chinees, dus ik lachte maar gewoon vriendelijk terug. ’s Avonds zijn we weer lekker uiteten geweest. Dit keer een Chinese hotpot. Dit is vergelijkbaar met fonduen. Er zit een grote pot met een soort van tomatensoep in het midden van de tafel en hier flikker je dan al je eten in en dan wordt het gaar. Superlekker! Ik was natuurlijk wel weer ontzettend aan het kloten met het eten met stokjes, maar het gaat elke dag een beetje beter. Daarna zijn we naar een karaoke bar gegaan. Dat is ook echt een ding hier in China.

De volgende dagen zijn we gewoon een beetje rondgelopen in Tianjin. Bijzonder om te zien waar Hannah de afgelopen maanden heeft gewoond. We zijn over de universiteitscampus gelopen, waar ook een soort overdekte markt was. Hannah is hier nog naar de kapper geweest voor 30 yuan. Drie euro voor knippen, dat krijg je nergens zo goedkoop. Ook zijn we naar de Cultural Street geweest, met allemaal winkeltjes en gebouwtjes in Chinese stijl. Verder hebben we iedere dag heerlijk gegeten. Dumplings, noodles, sushi, Korean food, snow icecream. Uiteten gaan is hier ook zó goedkoop.

Twee dagen zijn we naar Beijing geweest. De eerste dag gingen we naar het Summer Palace. Het zomerhuisje van de keizer. Erg mooi om te zien en we hadden ook een prachtige smog-loze dag. We hebben de dag afgesloten met echte Beijiing duck (Peking eend). Ze kwamen dan met een karretje naar je tafel gereden waar ze de eend voor je in stukjes sneden. Vervolgens kon je het dan zelf in een soort wrap stoppen met groenten en een sausje. Echt heerlijk. De tweede dag gingen we naar de Chinese Muur. Dit stond toch wel bovenaan mijn verlangenlijstje voor China. Het was ook erg indrukwekkend om te zien en heel gaaf om overheen te lopen. Het was trouwens nog wel even spannend om er te komen. Hannah en ik arriveerden om 12:15 uur op het juiste metrostation, maar de laatste bus naar de Chinese Muur vertrekt blijkbaar al om 12:00 uur. We werden aangesproken door verschillende mannetjes die ons met de auto konden brengen. Het waren echter geen officiële taxi’s van de overheid. Ze hadden wel allemaal een bepaald uniform aan, maar toch vertrouwden we het niet helemaal. We liepen dus maar verder. Opnieuw een mannetje die ons aansprak, en hij legde het een en ander wat duidelijker uit. Alleen in het Chinees uiteraard, dus ik ben blij dat Hannah er was. We besloten toch in de auto te stappen, want we wilden natuurlijk de Chinese Muur wel graag zien. We hadden de grootste lol met onze gedachtegangen hoe we nu de grootste fout van ons leven maakten en in de mensenhandel terecht zouden komen. Dan kunnen we in ieder geval nog gratis een tripje maken naar Thailand, of waar dan ook. Gelukkig bracht deze man ons wel netjes naar de Chinese Muur. Hij stopte onderweg zelfs nog bij een toilet. Ook bleef hij de hele tijd op ons wachten terwijl wij de Muur bezochten en bracht ons ook weer terug naar het station. Achteraf dus heel wat comfortabeler dan de bus. We waren bij het Badaling gedeelte van de Chinese Muur, wat bekend staat als het meest toeristische stuk van de muur, maar het was erg rustig toen wij er waren, dus dat was ook heel chill. Er waren evengoed nog wel een aantal Chinezen die met ons op de foto wilden.

Overal waar we komen worden we helemaal aangestaard. Ook worden er veel foto’s van je gemaakt. Vaak niet eens stiekem, maar recht met de camera in je gezicht. Vooral kinderen kunnen je heel lang ongegeneerd aan blijven kijken. Zo hadden we in het restaurant in Beijing twee kinderen voor het raam staan die daar wel tien minuten bleven staan. Ik voel me hier dus af en toe net een celebrity.

Iets anders waar ik aan moet wennen is de hygiëne hier. Ten eerste natuurlijk die fijne Chinese hurktoiletten. Sommige Chinezen stinken ook echt ontzettend. Een treinritje van een half uur lijkt dan wel een eeuwigheid te duren als je zo’n stinkerd naast je hebt zitten. Dan is het wel balen dat je vaste stoelen toegewezen krijgt. Zeker ook als de man naast je ook nog eens uitgebreid in zijn neus gaat zitten peuteren. Niet subtiel, maar vol met zijn vinger in zijn neus. En dat dan een half uur lang: ik vraag me af hoeveel snot een mens kan produceren. Gatverdamme. Ook loopt iedereen te rochelen en te spugen op straat. Zelfs als je in de taxi zit, opent de chauffeur af en toe even zijn deur, maakt een flinke rochel en spuugt op straat. Als je hier nu in deze vrieskou rondloopt, liggen er dus ook overal bevroren kwakjes op straat, haha. Het is ook echt ont-zet-tend koud hier. Voor mij is de overgang natuurlijk extra groot omdat ik vanuit het zomerse Nieuw-Zeeland ben gekomen.

En natuurlijk de Chinese taal. Dat is wel echt een moeilijkheid hier. Zoals uit bovenstaande al wel bleek, kan echt niemand hier Engels. Zo behulpzaam als dat ze in Hong Kong waren, zo onbeleefd zijn ze hier in Tianjin. Ik ben dus ook erg blij met Hannah aan mijn zijde die gewoon Chinees kan spreken. Ik ben een paar keer in mijn eentje met de taxi terug naar mijn hostel gegaan, maar elke keer kwam ik totaal ergens anders uit. We reden mijn hostel dan in volle vaart voorbij. Ik kon dan “stop” roepen en wijzen en gebaren wat ik wilde, maar meestal snapte de chauffeur er geen hol van. Hij stopte dan vaak bij een of ander groot hotel, want hij dacht zeker dat ik als blanke daar wel zou slapen. De mensen hier blijven ook maar gewoon doorpraten in het Chinees terwijl jij in het Engels praat en dus hebt laten merken dat je geen Chinees spreekt. Ik ben overigens tot de conclusie gekomen dat Chinees best wel op het taaltje van De Sims lijkt. Ook doen de Chinezen hier allemaal maar wat zonder dat er enige logica in zit; net zoals De Sims af en toe kunnen doen. Gelukkig werd ik geen enkele ochtend wakker met een plant en een brandende openhaard naast mijn bed (deze grap snap je alleen als je net zo’n sadistische Simsspeler was als ik).

En toch begin ik me hier na zo’n weekje toch al wel een beetje thuis te voelen. Ondanks de chaos en de viezigheid is Tianjin toch een fijne stad. Het was echt een toffe ervaring om in zo’n compleet andere cultuur te reizen.

Vandaag (woensdag) zijn Hannah en Don vertrokken naar Zuid-Korea. Mijn vlucht naar Nederland is morgen (donderdag) pas, dus ik had vandaag nog één dag voor mezelf. Ik besloot de uitdaging aan te gaan en in mijn eentje een treinkaartje te kopen en met de trein naar Beijing te gaan. Hier heb ik de Verboden Stad bezocht. Toen ik aankwam op het eindstation werd ik aangesproken door twee Chinese meisjes uit Shanghai die tot mijn verbazing wel redelijk Engels spraken. Zij gingen ook naar de Verboden Stad en ik mocht wel met ze mee. Ze waren er al vaker geweest en dus kenden ze de weg naar de minder toeristische achteringang. Eerst wilden ze nog ergens thee gaan drinken. Het was erg gezellig en we hebben vooral gekletst over de interessante cultuurverschillen tussen Nederland en China. Toen ik wilde gaan betalen, bleek dat dat potje thee 160 yuan per persoon kostte, wat neerkomt op zo’n 35 euro. Om te huilen dus. De duurste thee die ik ooit zal drinken. De Verboden Stad was heel indrukwekkend om te zien en erg interessant om de bijbehorende verhalen te horen. Deze volledig ommuurde “stad” is het grootste paleizencomplex ter wereld. Vroeger woonde hier de regerende emperor. Ongelooflijk dat al die 980 gebouwen allemaal gebouwd zijn voor maar één persoon. Tegenwoordig is het natuurlijk een toeristische plek. Er waren dan ook ontzettend veel mensen. Toch heb ik maar 3 blanke toeristen geteld. Dit brengt de eindstand van de gehele week in Tianjin op slechts 16 blanken. Dan kan je dus wel nagaan hoe ik erg ik daar opval met mijn blonde haar. Ook vandaag ben ik dus weer duizend keer op de foto gezet. Soms stiekem van een afstandje, soms in een selfie, soms met kinderen. Als ik toch eens 10 yuan zou krijgen voor elke foto die van mij gemaakt wordt… Als je trouwens ooit nog eens een ego boost nodig hebt, moet je met twee Chinezen op pad gaan, want die twee meisjes bleven maar herhalen hoe mooi ik ben met mijn blonde haar en blauwe ogen. En ook: “You are so tall and skinny. Don’t you eat meat?”. Die logica van die Chinezen af en toe…

Morgen is het dan tijd om voor de allerlaatste keer mijn backpack in te pakken. Mijn reis is voorbij. Ik heb 19 fantastische weken gehad in Nieuw-Zeeland en China. Nieuw-Zeeland heeft me de mooiste natuur laten zien, een heleboel bijzondere ervaringen laten meemaken en nieuwe vriendschappen gegeven. China heeft me een compleet andere cultuur laten zien en dit heeft dan ook echt mijn ogen geopend. Ik ga naar huis met een heleboel mooie ervaringen en herinneringen, en 6.000 foto’s om te sorteren.

  • 15 Januari 2016 - 17:34

    Greet Moerland:

    Hoi Maartje,
    Ik heb al je verslagen met veel interesse gelezen. Wat schrijf je leuk en beeldend. Ik heb je 'zien' lopen in Nieuw Zeeland en 'zien' gebaren in China.

    Geniet van de herinneringen, kan niemand meer van je afpakken tenzij je ernstig geheugenverlies krijgt natuurlijk!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: China, Tianjin

Actief sinds 12 Maart 2014
Verslag gelezen: 1461
Totaal aantal bezoekers 15465

Voorgaande reizen:

04 Februari 2014 - 11 Augustus 2014

Exchange in Perth

03 September 2015 - 30 November -0001

Backpacken in Nieuw-Zeeland, China en Australië

Landen bezocht: