Dutchies on the Road: 7000 km from Perth to Darwin - Reisverslag uit Perth, Australië van maartjedevries - WaarBenJij.nu Dutchies on the Road: 7000 km from Perth to Darwin - Reisverslag uit Perth, Australië van maartjedevries - WaarBenJij.nu

Dutchies on the Road: 7000 km from Perth to Darwin

Blijf op de hoogte en volg

27 Juli 2014 | Australië, Perth

Zaterdag 21 juni ging onze 24-daagse road trip van Perth naar Darwin van start. Een reis van zo’n 7.000 km. Max bracht ons met zijn auto naar Joondalup, waar de campervan verhuur was. Het begon al gelijk goed, want – zo bleek later – we kregen een campervan met nogal wat gebreken, zoals de eerste versnelling die er steeds uitschoot (hiermee had ik als non-driver toch af en toe nog een taak: de eerste versnelling vasthouden).

We zijn de hele kust van Western Australia afgereden, met als eerste noemenswaardige stop Kalbarri national park. Kalbarri stond hoog op mijn must-see lijstje, vooral omdat het al mijn derde poging was om er naartoe te gaan, en dit keer hebben we toch de dirt tracks begaan met onze 2WD. Het was echt prachtig, de rode kliffen en de bijzondere natuur. Uiteraard konden de fotosessies bij Eagle’s Head en Nature’s Window niet ontbreken. Ook hebben we nog even actief gedaan en twee walking trails gelopen. De eerste ging naar een punt met uitzicht over de Murchison River. De tweede bracht ons naar beneden naar de rivier toe. Hier was het echt adembenemend mooi. Heel Australisch ook: rode rotsen, felblauwe lucht en witte ghost tree bomen. Een heel rustgevende plek met alle vogels en stromend water, dus ik kon er eigenlijk wel uren blijven zitten, maar er stond ons ook nog weer de klim terug naar boven te wachten, tussen rotsen en kloven.

Vervolgens zijn we doorgereden naar Shark Bay. Onze avond in Shark Bay hebben we doorgebracht bij een kampvuur op een strandje met een Aboriginal man. We moesten het rode zand van het strand door onze handen vegen, om als het ware het land te groeten. Ondertussen begon de zon onder te gaan. Weer zo’n prachtige zonsondergang met het contrast van de oranjegele lucht tegen het blauwgroene zeewater. Daarna vertelde de man ons vanalles over de Aboriginal culture. Ik vind het echt een mooie cultuur. Ook mocht ik een didgeridoo bespelen. Maar niet de echte, want die zijn blijkbaar alleen bedoeld voor mannen. Mijne was een soort grote schelp, maar het kwam wel op hetzelfde neer. Ik kon er niets van, het is echt moeilijk. Ondertussen had de kleurige lucht plaats gemaakt voor een geweldige sterrenhemel, die als een koepel over het strand en het kampvuur hing. Dit gaf het hele gebeuren een magische sfeer. Het werd helemaal compleet toen er een enorm felle vallende ster te zien was. Toen we zeiden dat we nog geen slaapplek hadden, zei de man dat we hem maar moesten volgen. Uiteindelijk heeft hij ons naar een verlaten plek gebracht. Geen enkele verlichting hier, wat de sterrenhemel nog mooier maakte. De overkoepelende sterrenhemel gaf zelfs een soort gevoel van veiligheid op deze verlaten plek.

Langs de high way onderweg naar Coral Bay stonden ontzettend veel koeien, schapen en geiten langs de weg. Ze doen hier niet aan omheining, dus die beesten lopen dan ook vrolijk over de snelweg. Verder zagen we regelmatig fietsers op de snelweg. Lijkt me toch niet heel veilig fietsen als de auto’s met 110 km/uur langs je heen razen. Een paar uur later veranderde het landschap en kwamen er steeds meer termietenheuvels. Later kwam de oceaan in zicht en spotten we een aantal dolfijnen. In Coral Bay zijn we gaan kajakken en snorkelen op het Ningaloo Reef. Wauw, echt geweldig! Zo mooi is de wereld onder water. Zwemmen tussen het koraal, felgekleurde visjes en een schildpad.

Omdat de guide zo enthousiast was tijdens het snorkelen, zijn we een uur langer dan gepland in het water gebleven. Dit betekende dat we dus in de avondschemering verder zouden moeten rijden naar onze overnachtingsplaats. In Australië is dat geen pretje met de kangoeroes die op de koplampen af komen. Op een haar na hebben we er twee gemist. De opluchting was dan ook groot toen we op de beoogde rest area aankwamen. Hier stond ook een welbekende road train. Deze road trains zie je overal op de snelwegen in Australië. Dit zijn transportvoertuigen die wel tot 50 meter lang kunnen zijn. Best intimiderend als je er eentje tegenkomt op de snelweg. We mochten een kijkje nemen in de road train. Het geheel lijkt wel een cockpit van een vliegtuig. Ook had deze man een hele voorraad aan alcohol. Ik vraag me af of hij hier ook ergens drugs had liggen, want dat hoor je vaak in Australië dat de vrachtwagenchauffeurs drugs gebruiken. Ook niet zo gek, als je je bedenkt dat ze in één dag 2000 kilometers moeten rijden, na maar twee uurtjes geslapen te hebben.

Onderweg naar Tom Price veranderde het landschap weer. Dit keer waren er rode rotsen met groene grasjes. Hiertussen waren veel ingangen naar mijnen te zien. We werden dan ook een aantal keren naar de berm gewezen als er weer eens een oversized vehicle moest passeren die meer dan één weghelft in beslag neemt. Vanuit Tom Price was het nog maar een paar kilometers naar Karijini national park: het volgende national park van mijn must-see lijstje. Om hier te komen moesten we echter volledig off road rijden, waarvoor een 4WD sterk wordt aangeraden. Wij met onze 2WD campervan hebben het toch gedaan. Toen we vervolgens onze hiking shoes aan wilden doen, ging de deur van de campervan niet meer open. Er zat een stuk gereedschap vast tussen de deur en hij ging met geen mogelijkheid meer open. Gelukkig waren er twee sterke Aussies die ons wel even konden helpen en met geweld ging de deur weer open. Karijini was wederom prachtig en ik denk nu achteraf dat dit park wel één van de hoogtepunten van onze road trip was. We bereikten een meertje met een prachtige waterval, the Fortescue Fall. Om het water te bereiken moest je eerst nog een rotswand afklauteren. Er waren echter veel algen, wat alles nogal glad maakte. Ik ging natuurlijk onderuit en plonsde het water in. In ieder geval vermaak voor de mensen die vanaf de rotswand toe zaten te kijken. Na even opdrogen was het tijd voor de walking trail naar Circular Pool. Onderweg moest je over wiebelende rotsen in de rivier, door de bossen en smalle paadjes waar je goed moest kijken waar je je voeten neerzette. Je evenwicht verliezen wilde je namelijk niet, want dan moest je je vastgrijpen aan de rotswand vol spinnenwebben, reusachtige mieren en hagedissen. Een avontuur om er te komen, maar het was het zeker weten waard. Circular Pool is denk ik één van de mooiste plekken op aarde waar ik tot nu toe ben geweest. Deze euforie werd toch minder toen we terug op de camping ontdekten dat we een lekke band hadden. De campingbeheerder heeft de band voor ons verwisseld, tot bloedens toe. Toen we hem vroegen of we iets voor hem terug konden doen, zei hij “make sure you enjoy your time here in Australia and be careful”. En zo zijn eigenlijk alle Aussies, vriendelijk en behulpzaam zonder er iets voor terug te verwachten.

Na een paar dagen in Karijini was het tijd om weer de weg op te gaan. Na weer een probleem met de auto, namelijk de gaskraan die niet meer open wilde, kwamen we aan in Port Hedland, dat wat mij betreft het lelijkste dorp van Australië genoemd mag worden met alle mijnindustrie. Er was in Port Hedland wel één leuk plekje om koffie te drinken en te lunchen, en dat hebben we dus maar gedaan. Er stonden ons vele kilometers te wachten, dus ook werd er extra drinkwater en benzine ingeslagen. Het landschap veranderde via droge grasjes langzaam in een woestijnachtig landschap. Dit ging dan door voor 600 kilometers. Dit gebied heet dan ook niet voor niets de Big Empty: 600 kilometers helemaal niets. Geen mensen, geen bebouwing, nauwelijks natuur, af en toe een kangaroe. Heel bijzonder om zo’n landschap door te rijden, zo afgelegen. Ook bijna geen andere auto’s. Wel weer een aantal fietsers, die zullen wel suïcidaal zijn, je moet toch wel gek in je hoofd zijn om de Big Empty per fiets te doen.

In het tropische Broome zagen we voor het eerst de karakteristieke boab trees. We hebben in Broome een garage opgezocht vanwege onze autoband. De monteur bevestigde dat het profiel van de band below legal limit was en dat we Perth eigenlijk nooit hadden moeten verlaten met zo’n auto. De eerstvolgende mogelijkheid om de auto in te wisselen voor een nieuwe was echter in Darwin, en laat dat nou ook onze eindbestemming zijn. In Broome hebben we een duik in zee genomen en tijdens de zonsondergang vormde het strand een soort spiegel, zo helder was de reflectie. Ook hebben we kameel gereden op Cable Beach, wat nog best een comfortabel ritje was.

Na twee dagen in Broome gingen we verder naar Derby. Opnieuw stond ons iets leuks met de auto te wachten: een sterretje in de voorruit, die zich langzaam al aan het uitbreiden was tot twee enorme barsten. Meteen de auto gestopt, want zoals ze in de reclame van Carglass altijd zeggen “bel direct als je een sterretje ziet”. We hebben dus de road side assistance gebeld. Helaas konden ze ons niet voor dinsdag bereiken (en vandaag was het woensdag…). Wat moesten we dan doen? 2000 kilometers doorrijden naar Darwin, zeiden ze. Met elke hobbel barst de voorruit natuurlijk verder, maar er zat niets anders op.

In de namiddag hebben we de eerste paar kilometers van de Gibb River Road betreden, waar we Birdwood Downs hebben bezocht. Dit is een typisch Australische farm waar we graag wilden overnachten. Eenmaal bij het hek aangekomen hing er een bord met No Vacancy. Jammer, maar we wilden toch eigenlijk wel graag even een kijkje nemen hoe zo’n farm eruit ziet. En inderdaad, het zag er echt uit zoals je voor je ziet als je aan zo’n Australisch landgoed denkt. Alles een beetje oud en lichtelijk vervallen, maar er hing een bijzondere sfeer. De eigenaar bleek een Nederlander te zijn. Hij gaf ons toch nog een plekje om te slapen. We werden begroet door een leguaan. Er draafden paarden rond tussen de kangoeroes en we zagen een zeldzame uil. ’s Avonds kwamen er nog veel meer dieren: spinnen, kikkers, padden en er klonk een hoop geritsel in de bosjes. Niet heel chill dus dat die avond ineens het licht in onze campervan uitviel. Het daaropvolgende gebruik van zaklampen maakte het kampeergevoel echter wel compleet.

De volgende stop was Fitzroy Crossing. Hier hebben we een pub bezocht die de Lonely Planet ons aanraadde. Het werd beschreven als een eye-opener for most visitors. Nou, dat was het zeker. Toen we de auto parkeerden, hoorde je al op tien meter afstand geschreeuw en overige ‘pubgeluiden’. Ik voelde dus al wel wat er komen ging. En inderdaad: de hele pub stond vol met Aboriginal people. Het voelde wel ongemakkelijk binnen, wij als drie blanke meiden in shorts en een hemdje (het ‘no singlets’ bordje zagen we later pas). Het merendeel van de Aboriginals hier waren al wel boven de 50 jaar oud denk ik, hoewel het bij Aboriginal people vaak moeilijk is om de leeftijd in te schatten, omdat ze er zo onverzorgd uitzien. Ze douchen ook niet vaak, omdat water heilig voor ze is. Dan kun je je dus wel voorstellen hoe erg het stonk in de pub, met tientallen onverzorgde en ongewassen mensen (maargoed, zelf zullen we ook wel niet lekker hebben geroken aangezien we niet veel gelegenheid hebben om te douchen tijdens onze road trip, haha). Terwijl we een cola dronken werden we aangesproken door verschillende Aboriginal mannen. Stuk voor stuk niet te verstaan. Geen idee of het door het accent kwam, of door de alcohol. Man 1 wist niet waar Nederland lag, maar kende wel ‘Heil Hitler’. Man 2 vertelde dat er de volgende dag een rodeo zou zijn in het dorp en of we langs wilden komen. Man 3 was een leraar, dus dat gesprek was wat intelligenter en hij vertelde wel wat meer. Iedereen die ons aansprak was heel vriendelijk, maar toch voelde ik me een soort indringer. De vrouw die ons aansprak bij de deur was echt een lief vrouwtje. Sarah heet ze. Zij leek wel open te staan voor de Europese cultuur, want ze stelde allemaal vragen. Maar ik zag ook nog wel een soort haat of verdriet in haar ogen. Het is ook verschrikkelijk wat deze Aboriginal cultuur heeft meegemaakt en nu nog steeds meemaakt. Hoewel iedereen dus wel heel vriendelijk was, voelde ik me toch niet prettig tussen deze mensen, juist ook door de hedendaagse wrijving tussen de Aboriginal en de Westerse cultuur. Ik was dus blij toen we weer terug in de auto zaten, waar Sarah ons uitzwaaide. Hoewel dit pub bezoekje niet lang duurde, waren deze 15 minuten toch wel weer een bijzondere ervaring.

De volgende dag hebben we toch nog even een kijkje genomen op het rodeo terrein, wat leuk was om te zien. Na een gesprekje met ‘the president’ mochten voor een paar dollar het terrein betreden. Overal paarden en koeien, en overal echte cowboy Aussies. Sommigen lagen met een grassprietje in de mond te slapen, terwijl anderen nog even een oefenritje op het paard maakten.

In Geikie Gorge hebben we een boottocht gemaakt tussen de krokodillen. Gaaf om deze beesten eens in het wild te zien in plaats van in de dierentuin. Het waren allemaal ‘freshies’, en deze zijn in tegenstelling tot de ‘salties’ niet gevaarlijk voor mensen. Die nacht sliepen we weer op een rest area, waar echter ook een bord stond met waarschuwing voor krokodillen. We parkeerden onze auto dus maar zo ver mogelijk van het water af, in de hoop zo te voorkomen dat we krokodillen onder ons bed kregen.

Halls Creek was weer een iets groter dorpje, en het was dus weer tijd om boodschappen te gaan doen. Alle verse dingen, zoals brood, waren echter over de datum. De vrouw legde uit dat Halls Creek te remote was om vers brood te kunnen leveren, maar dat het nog wel te eten was. Bij de kassa vergat ze echter mijn ice tea te scannen en toen ik alsnog daarvoor wilde betalen, zei ze wel honderd keer thank you, want zoiets had ze nog nooit meegemaakt. Apart.

De volgende dag wilden we Emma Gorge en El Questro bezoeken, maar de wegen waren onbegaanbaar geworden door de floodways. We zijn dus maar weer omgekeerd en hebben onze weg vervolgd naar Kununurra. We hadden echter al een paar dagen geen problemen met de auto meer gehad, dus het moest er maar weer eens van komen. We reden vol tegen een steen aan, wat een grote deuk opleverde aan de zijkant. Witte lak gekocht en fingers crossed dat het niet opvalt. ’s Middags zijn we naar Mirima national park geweest. Zoals in elk park in Australië staan de wandelroutes niet goed aangegeven, en we kwamen terecht op de plants trail. Niet heel boeiend al die planten. Toen we eenmaal op de juiste trail waren, kregen we een mooi uitzicht over een soort mini Bungle Bungles: heuvels in de vorm van bijenkorven. De route eindigde met een uitzicht over het lelijke centrum van Kununurra, wat een beetje een anticlimax was, haha.

6 juli – en dus pas na twee weken rijden – bereikten we de grens tussen Western Australia en Northern Territory. Nu beseften we wel goed hoe ontzettend groot Australië is. De overgang van Western Australia naar Northern Territory was gemakkelijk te doen, maar aan de andere weghelft was er uitgebreide douane. In Northern Territory was het tijdsverschil 1.5 uur. Wel apart dat halve uur. Een gek idee om Western Australia (waartoe Perth behoort) definitief achter me te laten.

Onze eerste stop in Northern Territory was Katherine, waar we de Edith Falls hebben bezocht. Hier konden we eindelijk weer eens zwemmen, en dit voelde ontzettend goed na 6 dagen niet meer gedoucht te hebben. Terwijl we terug aan het klimmen waren naar onze handdoeken, riep een man ineens dat er een slang bovenop de rotsen lag. Toch maar een andere route genomen dus. Die avond besloten we op een camping te gaan staan, waar we dus eindelijk konden douchen, echt genieten. Om onze ‘verwendag’ compleet te maken, hebben we voor onszelf een heerlijke maaltijd gemaakt. We hadden namelijk van een vrouw een grote zak vol verse groenten en fruit gekregen. Dit mag je namelijk niet meenemen Western Australia in, dus ze gaf alles aan ons. Ook hebben we vlees erbij gekocht. Dit was onze eerste keer vlees sinds twee weken, omdat het vlees zo duur is hier, en het was een hele sensatie om weer eens vlees te eten, haha. We hadden namelijk de gehele road trip maar drie maaltijden op het menu: bonen in tomatensaus met rijst, noodles met diepvriesgroenten en pasta met pastasaus.

De volgende dag ging de verwennerij nog verder, want in Katherine bevond zich namelijk een natuurlijke spa. Deze hot springs met heerlijk warm water was echt een paradijsje, zo tussen de rotsen en palmbomen. Nadat we hoorden dat er veel slangen werden gespot, kon ik er toch wel wat minder van genieten, haha. Terwijl we met een Australische familie reisverhalen aan het uitwisselen waren, hoorden we ineens geknetter tussen de bomen naast ons: een bosbrand. Ook veel rook ineens. De brand was moeilijk te blussen, want steeds als de brandweer de vlammen had gedoofd, laaiden ze toch weer opnieuw op. Best spectaculair om te zien, en we stonden dus ook als een stelletje ramptoeristen toe te kijken.

In de Katherine Gorge zijn we gaan kanoën. We waren vrij laat op de dag, dus we moesten in hoog tempo bij de gorge zien te komen. Erg snel gingen we eigenlijk niet, aangezien we voornamelijk aan het zigzaggen waren en dus eigenlijk een dubbele afstand aflegden, haha. Wel een enorme work-out.

Onderweg naar Kakadu national park zagen we weer veel bosbranden. Dit keer waren het wel gecontroleerde branden, waarmee men de droge grasjes alvast wegbrandt om erger te voorkomen. Het voelt echter wel heel onnatuurlijk om gewoon door te rijden ondanks alle rook en zelfs vlammen dicht langs de weg. In Kakadu hebben we Aboriginal rock paintings gezien. Ook zijn we naar een look-out gelopen, vanaf waar we Arnhem Land konden zien. Dit is een stuk land in Australië dat weer is teruggegeven aan de Aboriginal people. Als toerist kom je hier dus ook niet zomaar in. Vanwege de bosbranden was het behoorlijk mistig, waardoor er een rookgordijn over de grens met Arnhem Land viel. Dat paste er eigenlijk ook wel bij: een soort natuurlijke grens die het Aboriginal land afscheidt.

Gunlom pool in Kakadu stond eigenlijk wel bovenaan ons lijstje met must-see’s, maar helaas werd voor deze weg weer 4WD aangeraden. Na al onze problemen met de auto wilden we dit niet meer riskeren. We zijn langs de 4WD road gaan staan en zijn gaan liften. Veel auto’s stopten, maar de meesten stopten omdat ze dachten dat we hulp nodig hadden. Uiteindelijk stopte er een supermooie 4WD, maar eenmaal in stilstand bleek dat er al twee kinderen op de achterbank zaten. Toch zei de vader dat we wel mochten in stappen. Met zeven mensen in een vierpersoonsauto gingen we de 4WD road op. Moeder zat achter het stuur en was vanzelfsprekend erg geconcentreerd op de weg. Vader daarentegen kletste een heel eind weg. De weg was vol met rotsen en los zand en het was best wel spannend. Na veel gehobbel en gestoot kwamen we aan bij Gunlom, waar we eerst zijn gaan zwemmen met de familie. Daarna zijn we met zijn allen omhoog geklommen en bereikten we Gunlom pool. Het was een soort meertje aan het eind van een rivier voordat het in de waterval overgaat. Je zwom dus als het ware bovenop de waterval aan de rand van een klif, met een prachtig uitzicht op de bergen van Arnhem Land. Echt weer een paradise on earth. Daarna stond Litchfield op de planning. Een natuurlijk zwemparadijs. Na een hike in de hitte was het dan ook heerlijk om af te koelen in één van de vele watervallen in dit national park.

Na Litchfield bereikten we Darwin, onze eindbestemming. Het was echt een bijzondere road trip om nooit meer te vergeten. Het allerbijzonderste vond ik eigenlijk het psychologische aspect. Nooit gedacht dat ik 6 dagen zonder douche zou kunnen, en okselhaar van hier tot Tokio kon hebben. Maar op een gegeven moment bereik je gewoon een punt dat het je niet zoveel meer kan schelen. Je raakt zelfs gewend aan het slapen in de claustrofobische campervan. Toen we in de grote stad Darwin aankwamen, was ik echt even een beetje verward na al die dagen in de middle of nowhere, en ik irriteerde me ontzettend aan de hoeveelheid mensen in de stad. Een rare gewaarwording. De laatste avond zijn we uiteten geweest en we zijn gaan stappen. Daarna was het tijd om Kelly en Sophie naar het vliegveld te brengen. Vanaf toen stond ik er dus helemaal alleen voor en begon mijn reis door de rest van Australië.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Perth

Actief sinds 12 Maart 2014
Verslag gelezen: 1280
Totaal aantal bezoekers 15468

Voorgaande reizen:

04 Februari 2014 - 11 Augustus 2014

Exchange in Perth

03 September 2015 - 30 November -0001

Backpacken in Nieuw-Zeeland, China en Australië

Landen bezocht: