It's not a goodbye - Reisverslag uit Perth, Australië van maartjedevries - WaarBenJij.nu It's not a goodbye - Reisverslag uit Perth, Australië van maartjedevries - WaarBenJij.nu

It's not a goodbye

Blijf op de hoogte en volg

09 Augustus 2014 | Australië, Perth

Nadat Kelly en Sophie waren vertrokken uit Darwin stond er ik er ineens helemaal alleen voor. Best wel spannend in het begin, en ik moest ook zeker even wennen, maar uiteindelijk is het heerlijk om in je eentje te backpacken. En eigenlijk ben je nooit alleen, want er zijn genoeg andere backpackers en in de meeste hostels is het erg gezellig met z'n allen.

Als eerste ben ik naar Alice Springs gereisd. Mijn eerste keer in de Greyhound bus. Dit is een bussysteem die door heel Australië reist en waar je kunt in- en uitstappen waar je maar wilt. Prima bus met airco, wifi en usb opladers. Normaal kan ik ook best goed slapen in een bus, dus geen enkel probleem voor mij om 20 uur in de bus naar Alice Springs te moeten zitten. De bus zat echter vol met Aboriginals die ook naar Alice Springs onderweg waren. Wat kunnen die mensen schreeuwen zeg. Van slapen kwam dus ook niet veel. In de bus heb ik een Duits meisje Dani leren kennen met wie ik de volgende dag het centrum – drie straten – van Alice Springs ben gaan verkennen. Ook hebben we een bezoekje gebracht aan het Reptile Centre, waar we een wurgslang om onze nek hebben gehad. Best wel even spannend toen hij zo strak ging zitten, maar gelukkig haalde de medewerker op dat moment de slang van me af, met excuses want "dat doet 'ie normaal nooit". Daarna hebben we vanaf de Anzac Hill de zonsondergang bekeken. Vanuit Alice Springs heb ik een 3-daagse tour gemaakt naar Uluru. Uluru, of Ayers Rock, is die bekende grote rode rots in het midden van Australië. Deze rots heeft een spirituele betekenis voor de Aboriginals en is dus een bijzondere plek. Het was erg mooi om te zien. We hadden echter ontzettende pech met het weer, want het was zó bewolkt, dat we geen zonsondergang en ook geen zonsopgang konden zien. Dit had een heel indrukwekkend verschijnsel moeten zijn en dé reden om Uluru te bezoeken, dus ik baalde er wel van. Maar ik kan nu in ieder geval zeggen dat ik Uluru in de regen heb gezien, want dat gebeurt ook maar zelden. Behalve Uluru hebben we in die drie dagen ook Kings Canyon en Kata Tjuta bezocht. Hier hebben we 6 uur lange wandelingen gemaakt en het was prachtig. Het begon al gelijk met het moeilijkste stuk, en deze enorm steile heuvel heette dan ook niet voor niets Heart Attack Hill, omdat er al een paar mensen zijn overleden tijdens de klim. Ook twee weken geleden was er nog iemand van de klif gevallen, bah, wat een naar idee. Maar we hebben het allemaal overleefd. ’s Nachts sliepen we buiten, en daar zag ik best tegenop met min 2 graden Celcius, maar het viel ontzettend mee toen we eenmaal in onze swag en slaapzak lagen. Het was echt een bijzondere ervaring om met zijn allen in de middle of nowhere in een woestijnlandschap rondom een kampvuur te liggen, met brandhout dat we zelf hebben moeten verzamelen in het bos. Heerlijk om in slaap te vallen terwijl je naar de prachtige sterrenhemel kijkt en elke vijf minuten wel een vallende ster ziet.

Na Alice Springs was het weer tijd om in de Greyhound bus te stappen richting Townsville en Magnetic Island. Dit was wederom een 20 uur durende busreis, met daarbij ook nog eens een overstap van 20 uur in Tennant Creek. Tussen Alice Springs en Tennant Creek hadden we een heel leuke buschauffeur (in tegenstelling tot vele anderen die chagrijnig zijn). Hij stopte dan ook nog op bijzondere plaatsen. Zo ook bij een pub in Barrow Creek: alle muren stonden volgeschreven met teksten en volgeplakt met kaarten, vlaggen en zelfs guldens en een Ajax vlag. Best een leuke plek vond ik, totdat de buschauffeur vertelde dat er twee backpackers waren vermoord en dat de moordenaar nooit is gepakt. Eenmaal in Tennant Creek aangekomen begon mijn eigen horroravontuur. Er was me van tevoren al wel verteld dat het geen fijn dorp is voor een blond meisje in haar eentje, dus waarom dit dan een overstap is van de bus is me een groot raadsel. Gelukkig had ik een pick-up geregeld naar het hostel toe. Ik arriveerde om twee uur ’s nachts en het busje van het hostel stond al klaar, dus dan zou het vast allemaal goed gaan. Nou, niet dus. De man was echt een creep. Hij maakte allemaal vervelende opmerkingen. Gelukkig was er nog een Duits stelletje in het busje die ook in hetzelfde hostel sliep (er was ook maar één hostel in dit dorp). Eenmaal bij het hostel aangekomen ben ik dus maar snel mijn kamer in gegaan met de deur op slot en ben ik gaan slapen. De volgende ochtend bij daglicht zag ik pas waar ik terecht was gekomen: vieze lakens, kakkerlakken rond m’n bed, noem maar op. Toen ik naar buiten ging leek het wel een soort schroothoop, of een vuilnisbelt, met een paar hutjes ertussen. De andere twee jongens die bij het hostel werkten waren ook creeps, met hun rare opmerkingen en rare geluiden. Het Duitse stelletje was al op pad gegaan, dus daar zat ik dan in mijn eentje. Terwijl ik me tijdens m'n ontbijt aan het bedenken was hoe ik dit ging overleven en het alarmnummer in m'n mobiel had gezet, bleek er gelukkig nog een andere jongen te zijn. Een Nederlander ook, dat was nu wel even fijn. Samen met Maarten ben ik naar de supermarkt gegaan. Daarna nog een cafeetje bezocht met hem en Dale, een Australische man. Zij waren hier al drie dagen, omdat de vorige Greyhound bus niet was komen opdagen. Het was ook niet zeker of onze bus wel zou komen die avond. De hele dag op hete kolen gezeten dus. Ik wilde hier echt niet nog langer blijven. In de stad werden we ook nog uitgescholden door de Aboriginals, dat we moesten oprotten. Zowel de stad als het hostel waren dus geen fijne plek. Ik kon wel janken. Ik heb me nog nauwelijks onveilig gevoeld in Australië, maar hier voelde ik me totaal niet op m’n gemak.

Die avond kwam de bus gelukkig wel opdagen. Echt een fijne busreis was het niet, want we zagen een auto-ongeluk, en ook hebben we zelf een kangoeroe aangereden. Je voelde de klap nog best wel, ondanks het feit dat het een grote bus is en het een ‘roo bar heeft. We kwamen te laat aan in Townsville, waardoor ik de ferry naar Magnetic Island had gemist. Gelukkig was er nog een latere ferry, en midden in de nacht kwam ik aan op een onbekend eiland. Uiteindelijk heb ik mijn hostel weten te vinden en ben ik m’n bed in gedoken. De volgende ochtend stapte ik het balkonnetje op, en toen bleek dat het hostel zich óp het strand bevond. Wauw, ik ben nog nooit zo mooi wakker geworden, echt een tropisch paradijsje. De rest van de dag heb ik lekker op het strand gelegen. Even een dagje relaxen na al die avonturen van de afgelopen dagen. Wat een begin van mijn reis in mijn eentje. De tweede dag op dit eiland ben ik wel actief geweest en heb ik 20 km gelopen. Het regende de hele dag een beetje, dus ik was op sommige stukken de enige wandelaar. Als ik dan gewoon ergens ging zitten kwamen de dieren één voor één te voorschijn: wallabies, tropische vogels, possums, noem maar op. Ook had ik regelmatig een strandje of een baai voor mij alleen. Echt een prachtig eiland, wauw. Ik was ook wel trots dat ik het hele eiland in m’n eentje heb bewandeld zonder te verdwalen. Misschien komt het dan toch nog een keer goed met mijn slechte coördinatie.

De volgende bestemming was Cairns. Hier heb ik echt een heerlijke tijd gehad. Veel gezien en gedaan, en ook het hostel was super. Heel gezellig, heel schoon, leuke kamergenootjes en een supervriendelijke staff. De eerste dag heb ik de stad een beetje verkend. Ik ben naar de Rusty’s Market geweest en ik heb langs de haven gelopen. ’s Avonds ben ik naar de Night Markets geweest met allemaal kraampjes en een food court. Ook was er een Indigenous Art Festival, wat mooi was om te zien al die kunstwerken, maar ik had het eerlijk gezegd wel even gehad met de Aboriginals.

De volgende dag ben ik gaan snorkelen op het Great Barrier Reef. Wauw, wat was dit geweldig, echt supergaaf. Het is zo mooi onder water! ’s Ochtends werd ik met Paul en Andrea (die ik had leren kennen in het hostel) naar de haven gebracht. Het regende pijpenstelen. Bij aankomst werden we al gewezen op de rough sea conditions van vandaag. Dat zou dus nog leuk gaan worden… En inderdaad, zodra we begonnen te varen ging de boot enorm hard heen en weer. Het leek wel alsof we ieder moment konden opstijgen. 80% van de mensen aan boord zat uiteindelijk buiten op het dek met een papieren zakje voor zich. Bij mij viel het nog mee met de misselijkheid, maar het aanzicht van allemaal kotsende mensen om je heen is toch ook niet echt goed voor je maag. Na anderhalf uur varen kwamen we dan aan bij Flynn Reef, dit is het buitenste reef van het Great Barrier Reef en ook het mooiste zeggen ze. Hier boven Flynn Reef was de lucht felblauw en scheen het zonnetje, echt geluk. De eerste reef site waar we naartoe gingen was Tracey’s Bommie. In het begin moest ik wel even inkomen in het snorkelen, want de hoge golven maakten het wel wat lastiger dan ik van eerdere snorkelsessies gewend was. Door de golven kwam er namelijk af en toe water in je snorkel. In het begin kwam ik dan lichtelijk in paniek naar boven, maar na een tijdje leer je er mee om te gaan. De tweede reef site was Gordon’s Mooring, wat nog mooier was dan de eerste. Het koraal en al die felgekleurde visjes waren fantastisch om te zien. Ik heb me laten vertellen dat er 1500 verschillende vissoorten zwemmen in het Great Barrier Reef. Op de derde reef site, Coral Gardens, heb ik een green sea turtle gezien en een enorme Maori vis. Ook zwommen er heel veel Nemo-visjes (Clown fishes).

Na mijn bezoek aan het Great Barrier Reef, was het tijd voor de tweede World Heritage place, namelijk Cape Tribulation en het regenwoud Daintree Rainforest. In de bus heb ik twee Nederlandse jongens ontmoet waar ik de hele dag mee ben opgetrokken. De rest van de groep was ook erg gezellig, wat de aanwezigheid van de chagrijnige tour guide weer een beetje goed maakte. Het strand van Cape Tribulation was prachtig. Het is een bijzondere plek omdat hier de twee World Heritage Areas aan elkaar grenzen. The place where the Reef meets the Rainforest. Het regenwoud was ook bijzonder om te zien. Na alle rode en bruine natuur van de westkust en de outback, was het erg mooi om al dat groen te zien. Verder hebben we nog een boottochtje gemaakt en krokodillen gespot. Terug in Cairns heb ik met de twee Nederlanders nog een drankje gedaan in een pub, maar het is en blijft natuurlijk Australië, dus om tien uur werden we al weggestuurd.

De volgende dag ben ik naar de Atherton Tablelands geweest. In dit deel van het regenwoud staan een aantal bijzondere bomen, met de wortels zo’n 30 meter boven de grond. Hier is de maker van Avatar op het idee voor zijn film gekomen. Er is tegenwoordig nog maar 5% van het regenwoud over, de rest is nu allemaal graslandschap. Ik waande me in Zwitserland ofzo, en totaal niet in Australië. Daarna hebben we de Millaa Millaa waterfall bezocht, Australië’s meest gefotografeerde waterval. Dat betekende een spectaculaire waterval dus. Verder hebben we vogelbekdieren gespot in het water, wat een schattige beestjes. Ook hebben we een mountain bike tour gedaan. Al bij moeilijkheidsgraad 2 van de 12 ging het mis en vloog ik over de kop. Daarna was de lol er wel af en heb ik in de auto gewacht tot de rest terugkwam. Na de lunch zijn we gaan kanoën. Hier heb ik inmiddels al wel zoveel ervaring mee, dus dit ging me gelukkig wel goed af, haha. Het zonnetje was inmiddels ook weer gaan schijnen dus heerlijk gerelaxed in de kano en lekker achterover gezeten. Dat is het voordeel van achterin de kano zitten, want dan ziet je team niet dat je niets doet. Halverwege onze kanotocht zijn we aan land gegaan en hebben we met een soort rivierklei elkaar beschilderd, zoals de Aboriginals ook altijd deden. Aan het eind van de dag hebben we een kleine farm bezocht. Een oude man verbouwt hier mango’s en allerlei andere exotische vruchten. We mochten van alles wat proeven, wat erg lekker was.

Op mijn laatste dag in Cairns ben ik naar Kuranda Village geweest. Dit is een klein dorpje in het midden van het regenwoud, bovenop de heuvels. Ik ging er met de kabelbaan naartoe, wat al spectaculair was. Een prachtig uitzicht over het regenwoud, de zee, het reef en de stad. Eenmaal in het dorpje aangekomen kwam ik Anne en Linda tegen, twee Nederlandse meisjes die ik al eerder had ontmoet. We hebben samen een beetje rondgelopen en de marktjes bezocht. Terwijl we pauze aan het houden waren in een parkje, begonnen er ineens twee Aboriginals met elkaar te vechten. Een jong meisje en een volwassen man. Ze gooiden elkaar meerdere malen tegen de grond, trapten tegen elkaars hoofd en de man werd meerdere keren in z’n ballen getrapt. Het leek erop dat het meisje diegene was die was begonnen met vechten. In de Aboriginal cultuur is het redelijk normaal om elkaar in elkaar te slaan als het nodig is. De omstanders deden dan ook niets. Uiteindelijk was het een blanke man die de twee uit elkaar heeft gehaald. Lichtelijk in shock ging ik naar de volgende marktjes, en daarna was het alweer tijd om naar het station te gaan, waar een prachtige oude locomotief stond te wachten. De trein reed door het regenwoud, langs watervallen en rotsen, terug naar Cairns.

Het was best moeilijk om Cairns weer te verlaten. Het is zo’n leuke stad en er is zoveel te doen in en rondom Cairns. Ook stom om weer afscheid te moeten nemen van de leuke mensen die ik heb ontmoet. De volgende bestemming was Airlie Beach. Hier kwam ik ’s avonds laat aan en het leek me dus wel verstandig om een taxi te pakken. Deze reed echter maar een kilometer, want er was een festival gaande in de stad, dus ik moest de rest lopen. Gelukkig hielp de chauffeur me wel met mijn backpack, die inmiddels ontzettend zwaar is geworden door alle souvenirs. Eenmaal bij het hostel aangekomen, bleek het hoofdpodium van het festival midden voor het hostel te zijn. Samen met mijn Franse kamergenootje Iva ben ik even een kijkje gaan nemen. Het was erg gezellig in de stad. Op een gegeven moment zagen we allemaal 14-jarige meisjes richting het hoofdpodium rennen, want blijkbaar gaf de X-factor winnaar The Collective een optreden. Hier hoefden we niet zo nodig tussen te staan, dus hebben we gezellig op het strand gezeten en onze reisavonturen uitgewisseld.

De volgende dag had ik een cruise geboekt naar de Whitsundays. Wat een adembenemend mooi gebied. Zeker één van de mooiste plekjes van Australië. We gingen aan land op Whitehaven Beach. Dit strand staat elk jaar in de top 10 van mooiste stranden op de wereld. Het zand zooo wit en zooo zacht, en de zee zooo blauw. Het zand voelde echt heel speciaal aan. Het is geen normaal zand, maar restjes van koraal. Ik had graag wat zand mee willen nemen, maar helaas staat hier een boete van 6.000 dollar op. Terwijl we lekker lagen te zonnen, had de crew ondertussen een enorme vis gevangen, die daarna op de barbecue werd gegooid. Het smaakte erg goed! Eerst was ik helemaal geen fan van vis, maar ik moet zeggen dat ik het hier in Australië wel heb leren eten. Na deze lunch zijn we naar een uitkijkpunt gelopen, met uitzicht over het gehele gebied van de Whitsundays. Wauw, wauw, wauw! Daarna was het tijd om naar Mantaray Bay te varen en hier gingen we snorkelen. Het was minder mooi dan de outer reef die ik in Cairns had gezien, maar nog steeds indrukwekkend. Op een gegeven moment zwom er een schildpad één meter onder me. Ik heb een heel stuk met hem mee gezwommen, echt gaaf.

Op mijn laatste dag in Airlie Beach was het tijd om de Whitsundays van boven te bekijken. Niet zomaar een rondvlucht, nee, ik ben gaan SKYDIVEN. Samen met mijn instructor Sergio stapte ik in het vliegtuigje. Vanuit de lucht hadden we weer een geweldig uitzicht over de Whitsundays. We gingen hoger en hoger, tot aan 14.000 feet (iets meer dan 4 km). Het moment dat de deur van het vliegtuigje open ging was wel eventjes heel eng, maar toen we eenmaal eruit vielen was het fantastisch! De vrije val duurde 60 seconden, en na de eerste paar seconden van spanning en ellende kon ik er daarna volop van genieten. Wat een geweldig gevoel zo’n free fall. Na 60 seconden ging de parachute open en zweefden we zachtjes door de lucht. Nu kon ik nog beter om me heen kijken en besefte ik me wat ik zojuist had gedaan: ik ben uit een vliegtuig gesprongen boven de Whitsundays!

Na twee dagen in Airlie Beach te hebben doorgebracht ben ik naar Noosa gegaan. Hier heb ik een 4WD tour gedaan op Fraser Island. Voordat we het eiland met de barge betraden, hebben we eerst over Rainbow Beach (nog op het vasteland) gereden. Heel gaaf om met een 4WD over het strand te racen. Het weer was niet al te best, het waaide hard waardoor we spectaculaire golven hadden. Het bijzondere aan Rainbow Beach zijn de gekleurde duinen. Ik zat voorin de bus op de bijrijderstoel, dus ik kon alles ook perfect zien. Toen het begon te regenen verscheen er een regenboog, wat het mooie plaatje compleet maakte. Een regenboog op Rainbow Beach. Dit ritje op het strand ging er af en toe al wel heftig aan toe, maar toen we daarna op Fraser Island volledig off road door het regenwoud gingen, leek het wel alsof we in een achtbaan zaten. Inmiddels hadden we van plaats geruild, en zat ik nu juist helemaal achterin, wat het achtbaaneffect alleen maar versterkt. We hebben een stop gemaakt bij Lake McKenzie, een prachtig meer met allemaal verschillende kleuren blauw. Ook heb ik eindelijk mijn eerste dingo’s gespot. Na een wandeling door het regenwoud was het tijd om weer terug te gaan over de off road track. Ging er weer heftig aan toe, maar toch kreeg ik het voor elkaar om in slaap te vallen, ondanks alle hobbels. Iedereen was verbaasd dat ik kon slapen, en er zijn dus ook vele slaapfoto’s van me gemaakt. Altijd leuk.

In Noosa National Park heb ik twee walking tracks gedaan. De mooiste was de Coastal Track langs alle stranden en baaien met mooie uitzichten. Vervolgens nog met de bus naar Mount Coolum National Park geweest. Hier heb ik de top van Mount Coolum beklommen. Het was een zware tocht naar boven. Hoewel het maar een uurtje duurde, moest ik meerdere keren stoppen om pauze te nemen. M’n lichaam deed ook nog wel pijn van de mountain bike val, en na de 15 km van die dag was ik toch al wel aardig gesloopt. Best demotiverend ook als je drie keer hetzelfde meisje tegenkomt, die als work-out in totaal vijf keer de berg op en neer gaat. Maar ik heb de top bereikt, en het was de moeite zeker weten waard. ’s Avonds een drankje gedaan met m’n kamergenootjes van het hostel. Noosa is echt een leuk stadje en er is nog veel meer te doen, dus wel jammer dat ik er maar een paar dagen was. Noosa was me aangeraden door een Australische vriend uit Perth. Hij zei dat “Noosa het échte Australië is”. Hier ben ik het niet mee eens eigenlijk. De westkust is nog steeds mijn absolute favoriet.

Op de laatste dag in Noosa heb ik een boottochtje gemaakt en hebben we een walvis gezien! Hij bleef twee uur lang rond de boot zwemmen en hij kwam ook steeds dichterbij. Echt een indrukwekkend beest, zo groot! Daarna ben ik vertrokken naar Brisbane, de eindbestemming van mijn reis. Brisbane is echt een enorme stad, dus ik moest wel weer even wennen aan alle drukte. Het is wel een heel leuke stad, het deed me een beetje denken aan London. Morgen ga ik nog een laatste dagje aan het strand liggen, en dan vlieg ik morgenavond naar Nederland, waar ik maandagavond op Schiphol aankom.

De laatste paar dagen in Australië waren best wel raar. Je bent nog wel in Australië, maar met je hoofd ben je eigenlijk al een beetje in Nederland. Het is zo’n gek idee dat mijn avontuur voorbij is. Hoewel ik superveel zin heb om m’n vriendinnen en familie weer te zien, wil ik nog helemaal niet naar huis. Ik moet zeggen dat ik de laatste paar weken tijdens het reizen al af en toe heimwee had terug naar Perth, dus dat zal in Nederland vast nog erger worden. Maar dat betekent in ieder geval wel dat ik een top tijd heb gehad hier, en ik heb ervaringen opgedaan om nooit meer te vergeten. Ik heb dingen gedaan die ik van tevoren nooit van mezelf had verwacht, en ik ben soms echt over mijn eigen grenzen gegaan. Ik ga naar huis met een heleboel mooie herinneringen, nieuwe vrienden van over de hele wereld, en 7.648 prachtige foto’s (leuke klus om dat allemaal uit te gaan zoeken). Ik weet zeker dat ik terugga naar Australië, as I lost my heart Down Under.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Perth

Actief sinds 12 Maart 2014
Verslag gelezen: 1526
Totaal aantal bezoekers 15456

Voorgaande reizen:

04 Februari 2014 - 11 Augustus 2014

Exchange in Perth

03 September 2015 - 30 November -0001

Backpacken in Nieuw-Zeeland, China en Australië

Landen bezocht: